Vakantiegeld blijft melkkoe

25 december 2018

Zwolle – Vooral middeninkomens gaan volgend jaar flink minder belasting betalen over hun inkomen. Maar dat betekent niet dat we volgend jaar netto meer vakantiegeld overhouden.

De belastingtarieven worden volgend jaar aangepast. En dat heeft vooral voor de middeninkomens in de tweede en derde schijf (ongeveer tussen €20.000 en €68.000) een positief effect. Zij betalen volgend jaar nog maar 38,10% belasting in plaats van de 40,85% die het nu nog is.

Goed nieuws voor je loonstrookje dus. Maar dat gaat helaas niet doorwerken op de zogenoemde bijzondere beloningen. Bijvoorbeeld het vakantiegeld, maar ook een dertiende maand, winstdeling of andere bonussen. Die blijven voor veel mensen ongeveer net zo zwaar belast als in dit jaar.

Heffingskorting

Dat is opmerkelijk, want het belastingtarief is wel van belang voor hoeveel je van je extraatjes af moet dragen aan de overheid. En dus zou het logisch zijn dat je netto meer overhoudt als dat tarief omlaag gaat.

Maar het belastingtarief is niet het enige dat van je beloningen af gaat. Want daarnaast worden er ook nog heffingskortingen verrekend. In tegenstelling tot wat je verwacht bij kortingen, maakt dat voor de middeninkomens de belastingdruk op het vakantiegeld alleen maar iets hoger.

Voordeel verdwenen

En daar zit hem de crux voor je vakantiegeld: het tarief voor de inkomstenbelasting is omlaag gegaan, maar de overheid heeft voor komend jaar die verrekening van de heffingskorting simpelweg omhoog gegooid. Daardoor betaal je onder de streep uiteindelijk ongeveer net zo veel belasting.

In 2018 betaalde iemand (onder de AOW-leeftijd) met een jaarinkomen van €40.000 over zijn vakantiegeld en andere extraatjes 49,13% belasting (40,85% inkomstenbelasting en 8,38% heffingskorting). Dat zou zonder een ingreep in de heffingskorting zijn gedaald naar 46,48% (38,10% plus 8,38%) belasting.

Een simpel rekenvoorbeeldje laat zien hoeveel dat zou schelen. Iemand met €40.000 inkomen krijgt in de standaard situatie ongeveer bruto €3200 vakantiegeld. Als de heffingskorting niet was aangepast, had hij daar komend jaar ongeveer €85 meer aan overgehouden.

Hogere ’korting’

Maar het tarief van de heffingskorting blijft niet hetzelfde. Voor mensen in de derde schijf heeft de overheid de verrekening van de heffingskorting verhoogd naar 11,15%. En dus betaalt de persoon met een jaarinkomen van €40.000 volgend jaar 49,25% belasting over het vakantiegeld en andere bonussen. In plaats van bijna €100 meer, blijft er onder de streep zelfs een paar euro minder over.

Een klein beetje goed nieuws is er trouwens wel voor mensen in de tweede schijf (van ongeveer €20.000 tot €34.000 per jaar). Zij betaalden afgelopen jaar 45,53% over hun vakantiegeld. Dat wordt komend jaar 43,25%. Dat levert voor iemand met een inkomen van €25.000 per jaar onderaan de streep ruim €50 meer vakantiegeld op.

Bron: Telegraaf.nl

Meld je hier aan!