NZa maakt einde aan dbc's in de ggz

20 mei 2019

Per 2022 wordt een nieuwe bekostiging ingevoerd in de ggz. Hiermee komt er een einde aan het huidige dbc-systeem. Op termijn wordt ook het gebruik van de DSM vervangen. Dat staat in het ‘Advies zorgprestatiemodel ggz en fz’ van de NZa.

De NZa en partijen in de forensische en geestelijke gezondheidszorg vervangen het huidige bekostigingsmodel, dat is gebaseerd op diagnose behandel-combinaties (dbc’s). Ze vinden het niet meer geschikt en niet toekomstbestendig. Met de nieuwe bekostiging worden geen dbc’s meer vergoed, maar zorgprestaties. Dit zijn bijvoorbeeld consulten en verblijfsprestaties. Daarbij wordt uitgegaan van een functioneel omschreven setting, waarin zorg wordt geleverd. De precieze invulling van dit zorgprestatiemodel wordt de komende twee jaar verder uitgewerkt. Het nieuwe bekostigingsmodel wordt toepast op de generalistische basis ggz, gespecialiseerde ggz en forensische zorg. 

Aansturen op waardegedreven zorg

In het advies van de NZa wordt gesteld dat de huidige dbc-systematiek te beperkt is om te sturen op waardegedreven zorg. Dat komt omdat de diagnoseclassificatie dominant is. Dit zegt weinig over welke behandeling daadwerkelijk passend en waardevol is. Deze systematiek heeft geringe aandacht voor andere factoren die iets zeggen over zorgvraagzwaarte en de daarbij passende behandeling.

Het zorgprestatiemodel zelf wordt eenvoudiger en transparanter, zodat declaraties herkenbaar en controleerbaar zijn voor de patiënt.

Sneller inzicht, betere aansluiting

De zorgprestaties weerspiegelen volgens de zorgautoriteit de daadwerkelijk geleverde zorg. Daarmee sluiten tarieven beter aan op de behandelinzet en behandelsetting. Omdat prestaties zijn gekoppeld aan een dag in plaats van aan een zorgtraject van 365 dagen, geeft het sneller inzicht in zorguitgaven, aldus de NZa. Daarbij stelt de zorgautoriteit dat administratieve lasten structureel verlicht worden, doordat minutenregistratie van directe en indirecte tijd niet meer nodig is.

De administratie van zorgverzekeraars en zorgaanbieders sluiten met het nieuwe systeem beter op elkaar aan. Dat geldt ook voor de geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg, waarvoor de bekostigingsschotten vervallen.

Zorgvraagtypering vervangt DSM

In 2017 leek een eerste stap te zijn gezet naar het afstappen van dbc’s. De NZa verplichtte toen een aantal zorginstellingen om proef te draaien met een nieuw systeem, het zorgclustermodel. Dit wordt in de Engelse ggz gebruikt. Zorgvragers worden binnen dit model gegroepeerd op basis van een naar aard en ernst van de aandoening vergelijkbare zorgvraag. Daarmee is niet de klinische diagnose, maar de zorgvraag leidend. De NZa wilde dat dit model vanaf 2020 sectorbreed ingevoerd zou worden.

De uitkomsten van de pilots over het zorgclustermodel worden nu gebruikt om de zorgvraagtypering te verbeteren. Daarmee kan de sturing op gepaste en doelmatige zorg worden versterkt. De zorgvraagtypering moet uiteindelijk onder andere de DSM-hoofdanalyse gaan vervangen.

Inflexibel

Ook zorgverzekeraars pleitten er onlangs voor dbc’s niet meer leidend te laten zijn in afspraken tussen zorgverzekeraar en ggz-aanbieder. Dbc’s gaan voorbij aan de complexiteit van de geestelijke gezondheidszorg en het systeem zelf is te ingewikkeld en inflexibel geworden. Daardoor kan het ook niet goed aansluiten op actuele ontwikkelingen, zoals technologische innovaties en het bieden van zorg thuis.   

Invoering 2022

De NZa heeft het advies aangeboden aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). Per 2022 moet het nieuwe bekostigingsmodel worden ingevoerd. In 2019 en 2020 kunnen voorbereidingen worden getroffen voor de implementatie en wordt de bekostiging verder uitgewerkt. In 2021 krijgt elke aanbieder de ruimte om de impact van het nieuwe model in kaart te brengen. Daarmee moet het zorgprestatiemodel per 2022 zorgvuldig kunnen worden ingevoerd.

Bron: Skipr.nl

Meld je hier aan!