Externe accountants en internal auditors verkennen ‘best practices’ in samenwerking

25 juni 2019

Externe accountants en internal auditors gaan op 2 juli met elkaar in discussie over de onderlinge samenwerking. Zo laat de NBA weten op de website. Mogelijk leidt het overleg tot een handreiking voor beide partijen. Ook een overzicht van ‘best practices’ voor die samenwerking is een optie. Inmiddels heeft het NBA een enquête naar – bij de NBA aangesloten – internal auditors en de externe accountant waarmee ze samenwerken gestuurd. Op basis van de uitkomsten za de discussie worden gevoerd.

In dit onderzoek wordt onder meer geïnventariseerd in hoeverre wordt samengewerkt bij de controle van de jaarrekening en bij het geven van assurance bij niet-financiële informatie (bijvoorbeeld op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen). De resultaten worden op 2 juli gepresenteerd. ‘Behalve over verschillen gaat het dan ook om hoe beide partijen elkaar kunnen versterken’, aldus bestuurslid Ronald van Rijswijk.

Corporate Governance

Verschillende ontwikkelingen hebben in de afgelopen jaren impact gehad op de verhouding tussen externe accountants en internal auditors. In de eerste plaats de jongste versie van de Code Corporate Governance, waarin niet alleen de internal auditor een expliciete plek kreeg, maar waarin ook werd gesteld dat beide partijen in hun werk complementair zijn aan elkaar. Dit had als gevolg dat meer ondernemingen belangstelling toonden voor het opzetten van een eigen IAF, ook in de (semi-) publieke sector, en dat al bestaande internal auditafdelingen binnen bedrijven een steviger positie kregen. Ook de eigen rol richting de externe accountant wordt nu door de code duidelijker gemaakt

COS 610

Daarnaast zorgde het verscherpte AFM-toezicht op de jaarrekeningcontrole door externe accountants ervoor dat de richtlijn COS 610 strakker wordt toegepast. Daardoor gingen internal auditors minder werkzaamheden verrichten in het kader van de controle van de jaarrekening, omdat accountants daar -zo vonden zij- niet voldoende op kunnen steunen. De COS 610-kwestie versnelde een trend die al langer zichtbaar was bij IAF’s: dat cijfers en financiële processen minder prioriteit hebben in het auditwerk en dat er een verschuiving richting strategische en niet-financiële processen en de kwaliteit van management control plaatsvindt.

Verschillende uitleg

Toch zijn de herziene Code en de omgang met COS 610 niet voor iedereen eenduidig. Externe accountants interpreteren verschillend, zo signaleert Ronald van Rijswijk: ‘Voor een deel is dat verklaarbaar omdat elke situatie weer anders is; denk bijvoorbeeld aan de onderlinge verschillen tussen de internal auditafdelingen naar grootte en kwaliteit. Aan de andere kant zijn individuele meningen niet bevorderlijk voor de helderheid.’ Daarom zou een handreiking waarin, behalve een inventarisatie van best practices over de samenwerking, meer duidelijkheid wordt verschaft over de uitleg van de relevante regelgeving en de invloed van het extra toezicht door de AFM, uitkomst kunnen bieden.

Bron: cmweb.nl

Meld je hier aan!