Btw en prijsgeven vordering

12 juni 2019

Elke ondernemer krijgt vroeg of laat te maken met een afnemer die niet betaalt. Behalve dat dit een onwenselijke situatie is, brengt het hebben van oninbare debiteuren en het prijsgeven van een vordering gevolgen voor de btw met zich mee.

Een ondernemer die het factuurstelsel toepast en een goed levert of een dienst verricht, moet daarvoor uiterlijk de vijftiende dag van de maand volgend op de maand waarin de prestatie is verricht, een factuur uitreiken. De over de levering of dienst verschuldigde btw moet op de factuur worden vermeld. De ondernemer is de op de factuur vermeldde btw verschuldigd in het tijdvak waarin de factuur is uitgereikt of uitgereikt had moeten worden.
Ook als de afnemer de factuur nog niet heeft voldaan, is de ondernemer de btw al wel verschuldigd, zodat wanneer later blijkt dat de afnemer niet betaalt, het btw-bedrag al wel door de presterende ondernemer aan de Belastingdienst zal zijn betaald. Onder voorwaarden kan de btw worden teruggevraagd als het gaat om oninbare debiteuren.

Voorwaarden terugvragen

Btw op oninbare debiteuren kan worden teruggevraagd op het moment dat de factuur een jaar nadat het factuurbedrag opeisbaar is geworden nog niet is voldaan. De op de factuur genoemde betalingstermijn is van belang om vast te stellen wanneer het bedrag opeisbaar geworden is. Als op de factuur geen betalingstermijn is vermeld, moet van een betalingstermijn van dertig dagen worden uitgegaan. De ondernemer vraagt de btw terug in de btw-aangifte door bij vraag 1a of 1b van de btw-aangifte een negatief bedrag aan omzet en een negatief btw-bedrag in te vullen. Mocht de afnemer de factuur of een deel van het factuurbedrag op een later moment alsnog betalen, dan is de ondernemer de btw opnieuw (deels) verschuldigd. Wanneer de afnemer een deel van de vordering betaalt, dan moet de presterende ondernemer het ontvangen bedrag naar evenredigheid verdelen over de vergoeding en de btw. Er kan niet gesteld worden dat de vergoeding wel is betaald maar de btw niet, zodat bij gedeeltelijke betaling van een vordering altijd een deel van de btw verschuldigd zal zijn.

Tip!

Het bijhouden van de jaartermijn kan in de administratie worden geregeld door in de administratie in te stellen dat openstaande vorderingen na 365 dagen worden meegenomen in de btw-aangifte.

Prijsgeven vordering en gevolgen terugvragen

Het komt voor dat ondernemers met debiteuren die niet betalen een crediteurenakkoord of schuldeisersakkoord sluiten, waarin zij afspreken dat de vordering (deels) niet hoeft te worden betaald. Het sluiten van een dergelijke overeenkomst heeft gevolgen voor het terugvragen van de btw op oninbare debiteuren.
Dat het sluiten van een vaststellingsovereenkomst en het prijsgeven van vorderingen gevolgen heeft voor het terugvragen van btw op oninbare debiteuren wordt bevestigd in een zaak voor Rechtbank Den Haag. In deze zaak hadden partijen onder meer onenigheid over een openstaande factuur. Er werd door hen een vaststellingsovereenkomst gesloten, waaruit blijkt dat de partijen over en weer vorderingen prijsgeven.
Het sluiten van de vaststellingsovereenkomst heeft tot gevolg dat de vorderingen tussen partijen voor de btw worden geacht te zijn voldaan. Door het sluiten van de vaststellingovereenkomst zag bv A af van de vordering. Hierdoor kan de bv de btw op deze vordering, die al aan de Belastingdienst is afgedragen, niet teruggevraagd worden bij de Belastingdienst.

Crediteren btw

Naast het prijsgeven van een vordering door middel van het sluiten van een crediteurenakkoord of schuldeisersakkoord, kan een ondernemer die met een niet-betalende debiteur kampt besluiten om van (een deel) van de vordering af te zien en de vordering (gedeeltelijk) te crediteren.

Let op!

Ook het crediteren van een vordering leidt ertoe dat de Belastingdienst een btw-teruggave kan weigeren, omdat anders een gevaar van belastinginkomsten dreigt. Dit omdat de afnemer de btw op de factuur mogelijk in aftrek heeft gebracht en het onzeker is of de afnemer de btw terugbetaalt.

Omzetten vordering in geldlening

Wanneer een vordering uit een koopovereenkomst wordt omgezet in een geldlening, is de oorspronkelijke vordering voldaan. Als de geldlening niet wordt afgelost, kan de btw op de oorspronkelijke vordering niet worden teruggevraagd.

Tot besluit

Btw op oninbare vorderingen kan worden teruggevraagd als de vordering een jaar na de uiterste betalingstermijn niet is voldaan. Pas op met het sluiten van een vaststellingsovereenkomst waarbij vorderingen worden prijsgegeven, omdat dit tot gevolg heeft dat er voor het deel van de vordering dat is prijsgegeven, juridisch gezien geen sprake meer is van een vordering. De btw op (het deel van) de vordering dat is prijsgegeven, kan niet worden teruggevraagd als oninbare debiteur.
Ook het crediteren van het btw-bedrag en omzetten van een vordering in een geldlening leidt ertoe dat bij niet-betaling door de afnemer de btw niet kan worden teruggevraagd.

Auteur: mr. C.W. van Vilsteren

Bron: cmweb.nl

Meld je hier aan!