Kennisbank - BAS Consultancy

Belastingplan 2019: elektrische auto en fiets van de zaak

Geschreven door Loes Verlaan | Nov 14, 2018 2:33:04 PM

De elektrische auto en de bijtelling van de fiets zijn onderwerpen die aan bod komen bij vragen van Kamerleden in verband met het pakket Belastingplan 2019. Staatssecretaris Snel van Financiën geeft antwoord.

Elektrische auto

Kamerleden willen weten: tot welke gedragseffecten leidt de invoering van de beperking van de korting op de bijtelling per 1 januari 2019 op de elektrische auto en welke gevolgen heeft deze beperking op de tweedehands automarkt?

Het kabinet verwacht dat de zakelijke markt niet snel zal overstappen naar conventionele auto’s met een verbrandingsmotor. Het is waarschijnlijker dat men switcht naar wat goedkopere elektrische auto’s. Als deze auto’s niet duurder zijn dan 50.000 euro, blijft de korting op de bijtelling van achttien procent-punt onverkort van toepassing. Daardoor bedraagt de bijtelling op die auto’s per saldo vier procent.

Bij een nieuwe auto met een cataloguswaarde van 85.000 euro komt de bijtelling in 2019 bij de elektrische variant per saldo uit op elf procent van die waarde, terwijl die van de conventionele variant 22 procent bedraagt. Daarmee zijn elektrische auto’s ook in dit segment nog altijd een stuk aantrekkelijker in de bijtelling.

Tweedehands markt

Wat doet dit voor de tweedehands markt voor elektrische leaseauto’s? Een elektrische auto die in 2019 uit de eerste leaseperiode van 60 maanden loopt, wordt voor de korting op de bijtelling in 2019 beoordeeld op basis van wetgeving die dan geldt.

De bijtelling voor deze tweedehands auto is hoger dan voor een nieuwe elektrische auto met dezelfde catalogusprijs. Als de auto een catalogusprijs heeft van meer dan 50.000 euro, gaat namelijk de cap (beperking milieukorting op bijtelling) gelden. Omdat deze auto dateert van voor 2017, geldt een bijtelling van 25 procent van de catalogusprijs waarop, voor de eerste 50.000 euro een korting wordt toegepast van achttien procent-punt. De bijtelling voor deze tweedehands auto komt daarmee op zeven procent voor de eerste 50.000 euro en 25 procent voor het deel van de catalogusprijs boven dat bedrag.

Daar staat tegenover dat de aanschafprijs van deze tweedehands auto lager is en de auto nog steeds vrijgesteld is van motorrijtuigenbelasting. Daardoor kan deze wellicht  vooral voor ondernemingen aantrekkelijk zijn, zelfs met de hogere bijtelling.

Bijtelling fiets

Wat zijn de budgettaire gevolgen als het privévoordeel van een ter beschikking gestelde fiets vanaf 1 januari 2020 op nul wordt gesteld? Kan de bijtelling voor het privévoordeel van de fiets van de zaak niet achterwege worden gelaten? Waarom een bijtellingspercentage van zeven procent in plaats van vier procent?

Het vaststellen van de waarde van het privévoordeel is nu ingewikkeld en leidt tot hoge administratieve lasten. Per geval moet worden bepaald wat de waarde van het privévoordeel van de ter beschikking gestelde fiets is. De voorgestelde forfaitaire bijtellingsregeling is minder complex dan de huidige regeling.

De huidige regeling resulteert in een privévoordeel (loon in natura of onttrekking) dat gemiddeld uitkomt op zeven procent van de waarde van de fiets. De voorgestelde forfaitaire regeling sluit daar (budgetneutraal) bij aan. Daardoor komt de bijtelling voor de gemiddelde gebruiker op grond van het forfait overeen met de huidige bijtelling. Het kabinet ziet geen aanleiding om een lager percentage  te hanteren dan zeven procent.

Nihilbijtelling doet gebruikersaantal verdubbelen

Als het privévoordeel op nihil wordt gesteld, leidt dit tot een extra gebruik van de regeling. Naar verwachting neemt het aantal gebruikers toe van 300.000 tot 600.000. De budgettaire kosten van de regeling zijn dan 26 miljoen euro.

Bij een nihilwaardering van de bijtelling neemt het belang van het onderscheid tussen ter beschikking gestelde fietsen en fietsen die worden vergoed of verstrekt, toe. Daarmee zou het belang van de handhaving ook toenemen. Een privévoordeel van nihil is voor de Belastingdienst niet eenvoudiger in de uitvoering dan een bijtelling van zeven procent.

Uitvoeringskosten nemen toe

Gevraagd wordt waarom de uitvoering van de bijtelling van de fiets van de zaak voor de Belastingdienst niet eenvoudiger wordt als de bijtelling van zeven procent naar nul procent gaat.

Als de bijtelling naar nihil gaat, hoeft de Belastingdienst de toepassing van de bijtelling niet langer te toetsen. Dit leidt inderdaad tot een vereenvoudiging en daarmee tot een afname van de uitvoeringskosten.

Maar, een bijtelling van nihil geeft een forse stimulans aan het ter beschikking stellen van fietsen. De Belastingdienst moet daardoor in veel meer gevallen gaan toetsen of het eigendom van de fiets niet is overgegaan op de werknemer. In dat geval mag de bijtelling niet worden toegepast, maar moet de waarde van de fiets worden belast. Dat leidt tot een toename van de uitvoeringskosten. Per saldo wordt geen vereenvoudiging verwacht.

Bij onrechtmatige toepassing op de voorgestelde bijtellingsregeling kan de Belastingdienst naheffingsaanslagen opleggen, eventueel met boete.

Bron: cmweb.nl